Historie: Verhalen maken

Published by steven gerards on

Verhalen zelf creëren en doorvertellen is al eeuwenoud. Joost mag het weten… Maar wat als Joost het ook niet weet? Dan weet je dat het heel, heel oud is.

Toen papier nog geen ding was, schreven de holbewoners op stenen. Vooral in grotten. Grotschildering wordt het genoemd. Er werden afbeeldingen gemaakt. Teksten gemaakt en deze elementen vormen één verhaal. Nu, doordat er meerdere holbewoners op de muur kladde, kwamen er meer verschillende verhalen tevoorschijn over hoe hij of zij naar de wereld keek.

Door de jaren heen

doordat deze grotschilderingen werden ontdekt, werden Jan en alleman geïnspireerd, gemotiveerd om ook een verhaal te maken of om totaal anders te maken, maar wel met hetzelfde principe.

Bijvoorbeeld: mensen begonnen films te maken.

Fantasie werd toegevoegd en zo ontstond er een fantasierijk verhaal gebaseerd op de verhalen die men gehoord had.

Net als elk ander kind worden wij geboren, opgevoed door verhalen, games en films. Zo ook ik. Sommigen kijken een film of een game en die gaan bij wijze van spreken slapen en bij anderen kunnen ze niet stilzitten. Deze mensen worden geïnspireerd door de films, de muziek of de games dat ze zelf ook aan de slag willen of er zijn mensen die verdomd boos zijn op die ene film, dat ene liedje of die ene game. Mensen hebben zoveel emoties dat het soms uit in een gekke oplossing.

Mensen staan op en worden opeens rivalen terwijl het geen wedstrijd is

,maar sommigen doen alsof het een wedstrijd is en gaan aan de slag om een beter product neer te zetten op de markt. Ik ben zo iemand ook. Het is grappig hoe mensen worden geïnspireerd door die ander en diegene inspireert weer een andere, maar die gaat een compleet ander ding doen.

Mijn fantasierijk.

Toen ik heel klein was, speelde ik met kinderen buiten, maar ik speelde ook graag alleen op mijn kamer. Ik had bijvoorbeeld action mans, autootjes, Thunderbirds en veel meer. Wat ik altijd deed is een eigen verhaal maken. Ik speelde met mijn speelgoed, ik zorgde dat ze een eigen identiteit hadden en ik liet ze vechten met elkaar. Ik kon uren mezelf vermaken en elke keer zorgde ik ervoor dat ze nieuwe avonturen beleefden.

Ik speelde in bad, zelfs onder de douche en als ik niet genoeg action mans had verzon ik zelf maar slechte rikken.

Bijvoorbeeld ik pakte de scheergel van mijn broer en gaf die een naam. Door mij is de scheergel snel opgegaan. Ik gebruikte zeep, shampoo en andere dingen die je in de badkamer kan vinden. Ik maakte daar ook een vijand van. Ik gebruikte alles wat los en vast zat en maakte veel dingen half leeg of bijna op

Op een gegeven moment gebruikte ik de douche niet meer alleen om te douchen, maar ik speelde vaak erin en dan liet ik de douchekop soms gewoon lopen of ik zetten een klein laagje water in de douche

Mijn moeder zou het wel geweten hebben en op een gegeven moment hoorde ik een geschreeuw. Oké, nu is het genoeg geweest! Je zit er al een uur in. Ik schrok en zorgde meteen dat ik weg was.

Enge verhalen

Toen ik 5 jaar oud was, had ik een grappig, leuk lampje boven mijn bed hangen. Het zag er leuk uit, maar ik kreeg er de rillingen van. Ik was bang voor mijn eigen lamp en durfde hem niet aan te kijken.

Veel kinderen zijn bang voor het monster onder het bed. Ik voor een lamp. Als ik bang was, zette ik hem aan zonder te kijken.

Ik had elke keer zo’n gevoel dat er iemand naar me keek.

Wanneer ik de lampkap aan keek, zag ik de ogen en rende ik voor mijn leven. Ik sprong uit bed, rende naar de deur en met veel angst schoof ik hem open.

 

Soms zat mijn schuifdeur vast, waardoor ik hem in de lucht moest gooien. Mijn kamer voelde als een oud donker kasteel met tentakels die me probeerden te pakken.

Als ik bang was, ging ik naar papa en mama’s kamer en zocht troost. Soms was dit een droom en soms was dit een waargebeurd verhaal.

Ik zeg altijd dat ik geen horrorfilm nodig heb om te schrikken, dat doet mijn fantasie al.

Ik weet nog dat ik op ons tweede huisje buiten zat. Het huisje bevindt zich een beetje in het midden van nergens. Het gras achter mij was pikdonker en er hing een griezelige sfeer. Ik durfde eigenlijk niet om te kijken, maar ik moest wel om te kijken of ik wat zag.

Gelukkig was er ook niets, dus ik ging maar verder kletsen met mijn ouders en oom en tante. Toen ik bijna naar bed ging, keek ik naar buiten. Ik keek naar die specifieke plek en opeens voelde ik de kriebels weer. Ik begon te bibberen en in mijn hoofd deed ik een paar stappen achteruit. Iets of iemand kwam steeds dichterbij. Met een snelle beweging liep ik weg, zorgde ervoor dat mijn ogen wegdraaiden van het raam en stopte mijn gedachten op een leuke plek.

Dit gevoel verdween uiteindelijk, maar ik had wel een aantal maanden het gevoel dat, dat wezen weer uit de grond kwam.

Bij de ijsberen logeren

Vanaf mijn 8ste tot In mijn tienerjaren ging ik vaak spelen met de ijsbeer. De ijsbeer heette Rutger en was even oud als ik. Wanneer ik jarig ben, is hij ook jarig, grappig toch? We gingen vaak discussiëren over alles wat los en vast zat, lekker slap lullen.

We speelden ook met de Yu-gi-oh kaarten. Soms won ik, maar hij won vaker. Ik ging steeds vaker in zijn grot slapen en ontdekte dat er een hele ijsberenfamilie was. Rutger stelde me voor aan mama Elma, zijn broertje waarvan ik de naam ben vergeten en aan zijn kleine broertje: Knutje.

Ze waren allemaal aardig en we hielden slaapfeestjes met elkaar. Ook praatte ik met hen over van alles en nog wat. Ze hadden ieder een unieke stem, vooral een piepstem. Soms moest ik weleens uit de grot om adem te halen en soms sliep ik binnen of buiten de grot.

We hebben leuke gesprekken gevoerd met elkaar, maar helaas spreken we elkaar niet meer zo vaak. Niet omdat we boos zijn op elkaar, maar we hebben andere dingen aan ons hoofd.

Met Rutger spreek ik af en toe af, die zie ik het meest nog. Hij zal altijd in mijn bed blijven slapen


0 Comments

Geef een reactie

Avatar placeholder