Boeken: De aanloop naar mijn 6e boek (DEEL 2)

Published by steven gerards on

Welkom terug.

Heb je deel 1 gemist?
Lees dit
https://stevenschrijft.com/boeken-de-aanloop-naar-mijn-6e-boek/

Horizon Forbidden West

In die periode was ik volledig geobsedeerd door het spel Horizon Forbidden West voor de PS5. Geen andere game kreeg ook maar een schijn van kans. Ik was er helemaal aan verslaafd, en op grote schaal werd het een afleiding, een therapie. Het hielp me om mijn gedachten in een positievere richting te sturen.

Ik wil graag mijn oprechte dank uitspreken aan Guerrilla, het gamebedrijf dat verantwoordelijk is voor deze fantastische creatie. Het bracht veel vreugde in mijn leven. Echter, ik moet toegeven dat het wat moeilijker werd

nadat ik het spel 100% had voltooid.

‘Wat nu?’ Vroeg ik aan mezelf

Emoties

Als u nog steeds niet weet wat deze periode met me heeft gedaan, zal ik het nu duidelijker uitleggen. Mijn gedachten werden overspoeld door een enorme bubbel van emoties, van links naar rechts en door alle mogelijke gevoelens heen. Van boosheid ging ik naar woede, van onzekerheid naar verdriet.

ik doe altijd mijn best om mijn emoties onder controle te houden, maar tijdens die periode was dat buitengewoon moeilijk, mede doordat ik ook lichamelijke klachten begon te ervaren, zoals hartkloppingen en zweten in mijn bed. Ik durfde zelfs niet te gaan slapen.
Ik ben zo dankbaar dat mijn ouders me steunden door met me te praten, en ik bracht bijna elke dag weer tijd door met mijn moeder, net als vroeger.

Met sommige vrienden kon ik praten en met sommige mensen kon ik nauwelijks omgaan. Ik zweer het, ik kon sommige mensen wel schieten!
Eigenlijk wilde ik voornamelijk alleen zijn. Normaal gesproken genoot ik van sociale activiteiten, zoals naar de film gaan met vrienden of ergens samen zijn, maar tijdens die periode kon niets me meer echt plezieren. Ik zat diep in een dal, waarin alles zo negatief klonk, en ik was in de war over wie ik kon vertrouwen.
Wie waren nu echt mijn vrienden en wie zou een mes in mijn rug steken?
Mijn gedachten bleven maar malen.

Gelukkig was er één positief aspect: ik wilde niet opgeven. Ik hield vast aan de hoop dat ik ooit uit deze situatie zou komen, al wist ik niet wanneer dat zou zijn. Dat was tegelijkertijd ook mijn struikelblok. Ik kon niet opgeven, want ik had een lieve moeder, een zus en een broer voor wie ik het beste wilde. Bovendien had ik een geweldig nichtje, een vrolijk, speels en ondeugend meisje voor wie ik als oom een belangrijke rol speel. Ik voel me zeer verantwoordelijk om haar op te zien groeien. In deze bubbel van gedachten bleef ik herhalen: ik mag niet dood, ik  kan niet dood. Ik wil niet meer verdriet veroorzaken bij de mensen om me heen. Het was voor iedereen duidelijk dat ik in een diep dal zat.

Schrijven

Ja, ja, jaaaaaahh.

Nu zijn we bijna bij het laatste deel van mijn verhaal aangekomen, en dat is het schrijven zelf. Ik ben altijd bewondering gehad voor creatieve mensen, vooral degenen die teksten schrijven. Dit zorgde voor een mix van jaloezie en een sterke drang om te denken: “Ik kan dit ook. Misschien zelfs beter?”

Het voelde alsof ik alles had geprobeerd om mezelf gerust te stellen. Sigaretten, sporten, televisie kijken, gesprekken met een therapeut, en nog veel meer. En ja, ik moet toegeven, ik greep zelfs naar drugs – een joint om precies te zijn.
Mijn hele leven was ik tegen drugsgebruik als een oplossing, maar op dat moment leek er geen andere uitweg. Ik bleef denken dat drugs gebruiken me alleen maar in nog grotere problemen zou brengen, en ergens klopt dat wel.

Ik bleef drugs gebruiken en in plaats van meer problemen, begon ik me gelukkiger te voelen, waardoor ik steeds meer gedichten schreef en bovendien een positievere instelling kreeg. Ik herontdekte de vrolijke Steven. Mijn muzieksmaak veranderde ook.

Ik kon weer genieten van de vrolijke Mac Miller die ik kende. Je weet wel, die leuke gast die hij was. Ik danste, zwierde, en zong vals en helder mee

Ik weet nog toen ik die hype had  om die ene specifieke gedicht te schrijven. Het zaadje was geplant want, vanaf dat moment zei ik hardop tegen mezelf: “IK MOET een boek schrijven.” Ik appte meteen een goede vriend, tevens ex-collega, met mijn plannen en ideeën.
Het was middennacht in een midweek.
De ideeën die ik had, typte ik in een Word-document op de computer. Het eerste wat ik deed was een voorwoord schrijven, dacht ik.

Terwijl ik schreef, begonnen er steeds meer ideeën op te borrelen in mijn hoofd. Ik was blij, extreem blij. Ik had weer een doel in mijn leven!

Ik verzamelde alle gedichten die met het onderwerp te maken hadden en stopte ze in een map op de computer. Ook verzamelde ik oude gedichten uit de tijd dat ik nog in een relatie zat, toen ik nog in de wolken was van haar.

De titel van het boek was voorlopig, en de ondertitel gaf ook duidelijk aan waar het boek over ging: “Kijk waar je loopt. Niets loopt volgens de regels.” Dit staat voor het feit dat je niet altijd de toekomst kunt voorspellen en niet voor anderen kunt bepalen hoe ze denken.

Ik vroeg mijn collega of hij de cover kon ontwerpen. Hij stuurde een bericht terug de volgende dag,  Hij was enthousiast en zei ja.

Helaas is er uiteindelijk geen samenwerking uit voortgekomen.

Ik vroeg ook Skip, want sinds zijn pensioen is hij gepassioneerd bezig met fotografie. Zijn foto’s zijn prachtig. Ik herinner me hoe hij me hielp met mijn tweede boek,

“De Waarheid.” Bovendien vond ik het leuk als het boek een familieproject zou worden. Hij vond het een geweldig idee, en er werd al snel een datum geprikt voor een fotosessie. Hoewel het voor mijn gevoel niet snel genoeg ging, was ik er blij mee.

We spraken af in de stad Breda en maakten foto’s op verschillende locaties. Na een hele middag vonden we het welletjes. Skip was niet zo blij. Hij is nogal een perfectionist. Hij wilde nog een afspraak plannen, maar dan ’s nachts. Maar hij wilde pas een nieuwe afspraak maken nadat hij deze foto’s had gecontroleerd. Ik, net als hij, twijfelde aan dit idee.

Een week of enkele dagen later belde hij me. “Ik heb misschien iets”, zei hij. “Kom morgen maar naar ons toe.” Mijn twijfels verminderden.

Ik ging naar hem toe, en hij had een selectie gemaakt van zijn top 10 foto’s. We bespraken onze favorieten.

Hij ging iets moois maken, terwijl ik in de woonkamer wachtte en mezelf vermaakte. We bleven discussiëren over de kaft.

Overigens, het idee voor de achterkant van het boek was niet van mij, maar van Skip. Ik was er op tegen en uitte het  doormiddel van een harde toon

Ik raakte gefrustreerd door het feit dat we wel een voorkant, maar geen achterkant hadden voor ons project. De foto die ik in gedachten had, was ook niet genomen. Ik begon na te denken over Skip’s idee, en stiekem vond ik het eigenlijk een goed idee.

De volgende dag, terwijl ik aan zijn computer zat, vertelde ik hem wat ik dacht. Ik bood mijn excuses aan en zei dat hij een goed plan was. Hij antwoordde dat hij de ontwerpen voor de kaften die avond zou mailen, en ja hoor, daar waren ze.

Ondertussen had ik contact gehad met een voormalige collega en een afspraak gemaakt in de bibliotheek.

Ik liet de ontwerpen aan hem zien, en hij vond ze geweldig, echt geweldig! Hij wilde echter iets proberen. Ik liet hem zijn gang gaan, en binnen niet eens een uur had hij me toch geholpen. De rest is geschiedenis:)

De tekening

Oh, en wat ik was vergeten te vermelden, is de tekening. Ik wilde graag dat mijn vriend een perfect getekend figuurtje kon maken, omdat ik dat niet goed kan, zelfs niet met Photoshop. Hij reageerde echter niet, en ik begon gefrustreerd te raken van het wachten. Ik zat met mijn handen in het haar. Toen besloot ik het maar zelf te proberen, zei ik.

Het idee voor de tekening kwam eigenlijk van de cover van Max Miller’s ‘That’s Life

Gek genoeg vond ik het perfect. Het feit dat het poppetje dat ik tekende eruitzag alsof een kind van 5 het had getekend, vond ik juist perfect. Tot op de dag van vandaag is dat tekening het mooiste beeld in al mijn boeken.

Gedicht

Tenslotte wil ik graag samen met jullie een gedicht analyseren en uitleggen wat ik bedoel met de zinnen. Toen ik dat gedicht onlangs opnieuw las, dacht ik, ‘damn, dit is het meest pijnlijke en belangrijkste gedicht in het hele boek.

Ik schreef dit gedicht in mijn nieuwe huis. Het huis stond vol met ingepakken dozen en ik had zelfs nog geen vloer. Toen ik dit schreef, verkeerde ik al in twijfel en malende gedachten. Toch bleef ik hoop houden en overtuigde mezelf dat het allemaal schijn was. Het is eigenlijk best grappig dat mijn intuïtie me waarschuwde.