ANDERS DENKEN: De waarheid of leugens

Published by steven gerards on

Als dichter, rapper, en verhalenverteller, creëren we verhalen omdat we geloven dat het belangrijk is om ze met jou te delen. Soms schrijven we uit verveling, soms omdat het onze passie is. We vertellen over echte gebeurtenissen en fantastische avonturen. Net zoals sprookjes, zoals die van Sinterklaas, die we aan onze kinderen en kleinkinderen vertellen om hen te verwonderen. En nu begrijp ik waarom.

In mijn jeugd, geloofde ik hartstochtelijk in Sinterklaas en zijn pieten, net zoals elk ander kind. Elke avond zongen we Sinterklaasliedjes voordat we onze schoenen zetten. En de volgende ochtend vonden we een cadeautje.

Ik herinner me nog goed die keer in de Lunet (een oud winkelcentrum in Breda) waar ik hem zag, Sinterklaas, en zijn zwarte pieten waren ook aanwezig. Het was zo echt en ik geloofde er sterk in.

Net als iedereen op het schoolplein, raakte ik betrokken bij debatten over de echtheid van Sinterklaas. Sommigen zeiden ja, anderen nee. Hoe vaak je het ook herhaalde, er kwam een moment waarop je begon te twijfelen en je uiteindelijk aan je moeder vroeg. Wat zij daarmee deed, joost mag het weten
Met de jaren werd ik ouder. Hoewel de meesten niet meer geloofden, hield ik vast aan mijn overtuiging. Het maakte niet uit wat anderen zeiden. Maar toen ik de waarheid ontdekte, was het hartverscheurend. Sommige kinderen worden boos op hun ouders omdat ze hen voorhielden dat Sinterklaas echt was.

Ik was vroeger een snot ventje, maar ook echt! Ik wilde niets dan de waarheid horen, hoe pijnlijk die ook was.

Toen ik eindelijk de waarheid hoorde, brak mijn hart. (Let op, ik heb het nu niet meer over Sinterklaas, maar over een ander droevig verhaal.)

Meestal zeggen mensen niet direct wat ze van mij vinden of hoe ze met me moeten omgaan. Velen draaien de verhalen om anderen niet te kwetsen.
Een simpel voorbeeld: iemand geeft een feestje en één persoon wordt niet uitgenodigd. Dan moet je de moed hebben om te vragen: 'Waar is mijn uitnodiging?' En dan hoor je misschien, 'Sorry, mijn moeder staat maar een beperkt aantal gasten toe.'

iemand vertelde me ooit: ‘We gaan niet met je uit omdat je gehandicapt bent.’ Het was direct en eerlijk, en hoewel het me boos had kunnen maken, was ik verrassend opgelucht. Eindelijk had iemand de waarheid uitgesproken. Toch voelde het niet helemaal goed. Velen hielden me aan het lijntje en vermeden directe vragen.


Snap je waarom ik altijd sceptisch was? Wanneer iemand zei: ‘Je doet het goed,’ vroeg ik me af, ‘Zeg je dat om me gerust te stellen, of meen je het echt?’

Helaas herinner ik me ook die ene keer dat iemand me voor schut zette bij een meisje dat ook bij Café Dikke stond. 'Ken je deze gehandicapte al? Luister eens naar zijn stem.' Die eikel lachte het hardst, en enkele minuten later wilde hij me in elkaar slaan.

Hij miste gelukkig.

Vind je het niet vreemd dat Steven naar de fles greep!?
Meer verhalen staan in mijn tweede dichtbundel: "De Waarheid". (Let op voor spoilers!) Ik wilde dit boek schrijven om een dikke middelvinger op te steken naar alles, om het van me af te schrijven, en om te zeggen: nooit meer zo.

Ik herinner me niet precies wanneer ik bepaalde dingen begon te begrijpen. Het kwam waarschijnlijk door ouder te worden, maar zelfs als je de waarheid vertelt, hoeft het niet dé waarheid te zijn. Het is jouw waarheid. Een lerares zei ooit zoiets tegen me, Toch?

Wat ik eigenlijk wil zeggen, is dit: ik weet dat ik een beperking heb. Ik weet dat mijn stem anders klinkt. Ik weet te veel, maar okay, ik begrijp het. Maar laat mijn wereld en de rest van de wereld leuker zijn. Is het antwoord nee? Toen ik de waarheid wist, wilde ik alleen nog maar drinken, drinken en drinken om het te vergeten. Daarom vertellen we verhalen, fantasierijk en levendig, om het leven wat kleur te geven. En we weten hoe bevredigend het is om een kind te zien glimlachen.

Sinds ik een nichtje heb, dringt het steeds meer tot me door hoe belangrijk het is om een beetje vrolijkheid toe te voegen, om deze soms kale wereld kleurrijker te maken
Ik geloof niet in religie, maar misschien gelooft mijn buurman wel. En weet je, dat is helemaal oké. Ik begrijp waarom hij gelooft en waarom hij erin gelooft. Het geeft je een fantastisch gevoel om te geloven in iets wat waarschijnlijk niet echt kan zijn.

Begrijp je? Daarom wil ik geloven in het onbekenden.

Mijn vader leest dit trouwens ook mee. 🙂 🙂 🙂